Zeeuws woordenboek

Zoek in het woordenboek

Woordenboek(en)

Term Betekenis
achtermanskind

achtermanskind buitenechtelijk kind opg. W. (Ok.; Grij.) veroud.

achtermiddag

d'n achtermiddag de namiddag d.w.z. tussen 1 (ook wel 2) en 4 uur.
van achtemiddag; 's achtemiddags: Z.eil. (doch z. plaats. vormen hieronder); Z.V.W. en O.; van achte(r)mirrrig. 's achte(r)mirrigs; van achenmirrig; van achenmirrig 's achenmirrigs: Z.B.; 's achtemiddag: Anl.; van achtmiddag; Zn.; Bh.; 's achmiddags: Bh.; Nwk.; Bns.
Goeien achte(r)middags enz.: 1. groet goedenmiddag raakt in onbruik nog gegeven d. W. (omg. Mdb.; Rtm.; Mlk.; Dob.); Z.B. (Hkz.; Ha.); D. (Bns); Z.V.W. (Sls.); L.v.Ax. (Hok.); L.v.H. (Lam. Gra.); Hlt.
2. als uitroep v. verbazing verrassing: Z.V.W. (Bks.; Cz.; Atm.).
Kiek dao slao ouwe Jan ten ondersteboven in de modder! - Nêê mao goeien achtermiddag!: Atm.

achtermusse

achtermusse enz 1) achterste deel van de bovenmuts: m.m. W.; Z.B.; Sch. (Drs.; Srd.; Bwh.).
Aant. Wmd. D'achtermusse wordt op een bepaalde manier geplooid of gevouwen als ze aldus is opgemaakt heet ze: kuve (z. ald.): is er van achter e. stukje kant tussen de plooien verwerkt dan heet dit 't naedje.
1) plaats. vormen z. musse.

achternae

achternae (-nao(r) -doe(n) nadoen:
Zie:
achterandoe(n).