Zeeuws woordenboek

Zoek in het woordenboek

Woordenboek(en)

Term Betekenis
haar

haar haaromme haarop haarwie: zie:
'aer .

synoniem(en) - haaromme haarop haarwie
haaruije

haaruije waarschuwing van d'n baas om klaar te staan als men bij 't laveren over de andere boeg gaat: (scheepsterm): Ofl. (Mdh.).

halfverhangen

halfverhangen slap in elkaar gezakt: G. (Gdr.); Ofl. (Mdh.; Odt.; Ogp.) suf onbeholpen: Gdr. Hie zit er halfverhangen bie.

halle

halle slagerij slagerswinkel: G.; Ofl. (Mdh.); gemeenteliJke noodslachtplaats: Dl.; thans in onbruik: Gdr.; Mdh.; slachte in de halle tegenover tuus slachte: Gdr.; verg. ook d'al: de vleeshal: Mdb. Hie kan ie.dere weke nog nè de halle: hij kan elke week nog een stukje vlees kopen: Gdr.