Zeeuws woordenboek

Zoek in het woordenboek

Woordenboek(en)

Term Betekenis
nabber

nabber van de nabber over 'n dulve sprienge: zonder aanloop: geg. d. Wkp.; verder niet bev.; van 'n napken: L.v.H.
Zie:
biestaende.

nachpitje

nach(t)pitje 1. nachtlichtje in 't bz. het ouderw. drievertje in e. met water en patentolie gevuld glaasje drijvend: Z.eil.; Z.V.W.; L.v.Ax.; G.; Ofl.
Zie:
oliepitje.
Overdracht.: onbeduidend iem.: geg. d. W. (Njoos.; Srk.); Z.B. (Kpl.); T. (Scherp.); Phi.; Sch. (Kwv.).
2. plantennaam: nachtpitjes: bernagie (Borago off.); geg. d. Z.V.W. (Bks.; Cz.; Sdk.; Gde.; Adb.).
Zie:
meulentjes.

synoniem(en) - nachtpitje
nachtflieren

nachtflieren damastbloemen (Hesperis matronalis): W. (Njoos.).

nachties

nach(t)ties (lett. nachttijds): des nachts.

synoniem(en) - nachtties