Zeeuws woordenboek

Zoek in het woordenboek

Woordenboek(en)

Term Betekenis
strôôpek

strôôpek spek v. e. varken dat met stro gebrand is (de ouderw. manier later gebeurde dit m. d. benzinelamp wat minder smakelijk spek heette te geven): zie bij
strôôvèrr¶ke(n).

strôôvèrrke

strôôvèrrke(n) varken dat met stro gebrand is; de benaming niet zeer gebruikelijk de gewoonte oudtijds algemeen later ook m. benzinelamp wat geldt als minder goed van kwaliteit geg. d. Amd.; Ok.; Wolf.; H.H.; Kn.; Wmd.; Anl.; Zn.; Rns.; Dsr.; Bh.; Hsd.; Ow.; Z.V.W. Aant.: e. m. stro gebrand varken heeft malser zwoerd: Wolf.; H.H.; Dsr.

synoniem(en) - strôôvèrrken
stropbroek

stropbroek pofbroek (lett. broek die wordt opgestropt z. ald.): Z.V.W. (Rtc.); L.v.Ax. (Ax.; Hok.; Zsg.); L.v.H. (Lam.; Gra.); Wdo.

stropievet

stropievet spekvet met stroop gemengd als broodsmeersel: m.m. Alg. Aant de uitspr. strofet: geg. d. Sdb; Gdr.