Term | Betekenis |
---|---|
usknullen | |
usseklus |
us(se)klus us(se)klusse(n) zie bij H:
|
úto |
úto útouw rechts rechtsaf rechtsom bevel t. e. paard e. span paarden vooral b. h. ploegen: W.; Z.B.; Sch.-D. (Kwv.; Ow.; Bns.); Z.V.W. (Bks.); uutsom: Adb.; De term úto! gebezigd als naar rechts moet worden uitgeweken útouw! als rechtsom moet worden gegaan i. e. rechte hoek op de tot nu toe gevolgde baan; in deze bet. ook: úto-om!: W.; Z.B.; L.v.Ax.; Wdo.; úto-op: Z.B.; Lam. onderscheidt útom!: uitwijken naar rechts; 'ouw-útom: rechtsom (i. rechte hoek);
|
uulskop | 'n uulskop een bos hoog gras (haverbunt) in e. wei of a. d. greppelkant: alleen geg. d. Gdr. Verg: gos'ulle. |