ienkel

Zoek in het woordenboek

Woordenboek(en)

Term Betekenis
ienkel

ienkel enkel (gewricht): W. (Mdb.; Vs.; Amd.; Kod.; Osb.; Vre.); Z.B. (Rll.); N.B. (Wsk.; Kam.); T.; Phi.; Sch. (Zr.; Rns.; Bh.; Bwh.; Ng.); Z.V W. (Gde.; Sls.; Adb.); L.v.Ax.; inkel: N.B. (Kg.); T.; Sch.-D. (Dsr.; Kwv.; Sjl.); L.v.H. G.; Ofl. (Mdh.; Smd.; Ogp.).
Opm. Deze 'moderne' dialectvormen komen onder het tegenwoordige geslacht meer en meer in gebruik. Voor oudere dialectvormen zie:
enkloe:¶;
knoesel.