inrieë

Zoek in het woordenboek

Woordenboek(en)

Term Betekenis
inrieë

inrieë(n) het (graan)zaad onderploegen: W. (Ok.; Dob.; Ztl.); Z.B.; N.B. (Col.; Wsk.); T. (Tln.; Scherp.); Phi.; Sch. (No.; Zn.; Bwh.; Bns.); Z.V.W. (Cz.; Gde.; Obg.; Bvt.); L.v.Ax.
Opm.: volg. N.B. (Kam.) en Gdr. met de machine zaaien.
Zie:
ineie(n);
inslechte(n);
onderrieë(n).

synoniem(en): inrieën