Term | Betekenis |
---|---|
pachtspel | pachtspel gezelschapsspel m. speelkaarten en dobbelstenen verwant m. boerenschroom veroud. nog geg. d. W. (omg. Mdb.; Osb.; Vre.; Dob.); Z.B. (Kn.; Wmd.); N.B. (Kg.); Z.V.W.; L.v.Ax.; uitspr. pakspel: Bks.; Cz.; Hok. Aant.: omstreeks 1890 in Z.V.W. nog gespeeld op nieuwjaarsavond d. h. gehele gezin inclusief meiden knechts (en arbeidersfamilie): Cz.; de inleg bestond uit keutjes (z. ald.) koperen penningen bonen kersenpitten; op oudejaarsavond gespeeld: L.v.Ax.; o.a. gespeeld b. h. vosse soppen eten na de huisslacht: Dob. |