Woordenboek supplement

Zoek in het woordenboek

Woordenboek(en)

Term Betekenis
dêêg

in de uitdr.: van dêêg leie, leg­ ge(n): verschonen: geg. dr. Hk. Zie: dege.

deeg

in de uitdr.: 't is  mè(r), mà(r), mao(r) 'alf van deeg(e) (g)e­ dae(n), gedaan: het is niet goed afge­ werkt: ZB (Han; Ndp; Schr; Wdp); NB (Col).

Uitdr.: iets van deeg(e) doe:(n): iets recht zetten (lett.), iets terug op zijn plaats zetten: ZB (Ha; Kpl); T: as van dege --;  LvA (Hk; Zsg).

dêêgpiele

pop van brooddeeg in de vorm van een eend, gegeten in Sin­terklaastijd, geg. dr. Ax; Nz. Aant.: zelfde pop als de dêêgvint (zie daar), alleen een andere vorm. Volgens Nz ook verkrijgbaar in de vorm van een paard.

dêêgvent

Sinterklaaspop van wittebrooddeeg, ZB (Ha; Hrh; Ktg); ZVW; LvA. Aant.: alleen in Zeeuws-Vlaanderen nog algemeen ver­ krijgbaar. Vergelijk dêêgpiele. Zie: manneke, dêêgvinter, sinterklaaspop, broodvent, kossemisvent.

synoniem(en) - dêêgvint,dêêgveint