Woordenboek supplement

Zoek in het woordenboek

Woordenboek(en)

Term Betekenis
labbekak

zwakkeling, bangerd, Z.eiL; LvA.zwakkeling, bangerd, Z.eiL; LvA.Vgl.: negenweker; zevenmaander;pruts; papkindje.2. in de uitdr.: 't is al labbekak: het steltniks voor: ZVW.

synoniem(en) - labberkak
labberachtig

in de uitdr.: labberachtig de uitdr.: labberachtig weer: loom, zwoel, drukkend weer: W(Vwp); ZB (Ha);NB (Col; Ks);ZVW(Adb; Bks; Sis); LvA (Ax; Hk; Nz;Zsg); LvH; ZVO-zd Vgl.: loeberig; laf;lakachtig; loomachtig; lammenadig;doef; moeilijk; bang; zwaer; zwaerachtig;plakkerig. Vgl. loof WZD 555.

labbes'n

sufferd, zonderling, rare snijboon,sufferd, zonderling, rare snijboon,GOfl.Vgl. wabbes WZD 1103

lachen
  1. in de uitdr.: je wiel dat lacht: er zitin de uitdr.: je wiel dat lacht: er ziteen kronkel (slag) in je wiel: geg. d.Dsr. Vgl.: schelf WZD 827.2.
  2. zuurzoet lachen, als een boer diekiespijn heeft,in de uitdr.: ie lacht zóóschadelijk: Cz; je lacht mè (mao) je binnie blie: Kpl; Ax. Schaodeluk lach'n:niet van harte lachen: ZVW.