Term | Betekenis |
---|---|
labbekak | zwakkeling, bangerd, Z.eiL; LvA.zwakkeling, bangerd, Z.eiL; LvA.Vgl.: negenweker; zevenmaander;pruts; papkindje.2. in de uitdr.: 't is al labbekak: het steltniks voor: ZVW. |
labberachtig | in de uitdr.: labberachtig de uitdr.: labberachtig weer: loom, zwoel, drukkend weer: W(Vwp); ZB (Ha);NB (Col; Ks);ZVW(Adb; Bks; Sis); LvA (Ax; Hk; Nz;Zsg); LvH; ZVO-zd Vgl.: loeberig; laf;lakachtig; loomachtig; lammenadig;doef; moeilijk; bang; zwaer; zwaerachtig;plakkerig. Vgl. loof WZD 555. |
labbes'n | sufferd, zonderling, rare snijboon,sufferd, zonderling, rare snijboon,GOfl.Vgl. wabbes WZD 1103 |
lachen |
|