Woordenboek supplement

Zoek in het woordenboek

Woordenboek(en)

Term Betekenis
snotpiele

snottebel,  ZVO-zd  (Kw); LvA: snotkoker. Vgl.: griengel; snot­ pinne; snotvinke.

snuffel

in de uitdr.: van z'n snuffel droom'n: opspelen; veel drukte maken: ZVW (Sls); LvA (Ax: van z'n snuffel maoken). Zie : oere.

snuffer

nieuwsgierig persoon, T (Po). Vgl.: oonsneus (etc.). Zie: snuffe(n) WZDp.  897a.

soepduve

duif, gehouden voor con­ sumptie, W (Amd); ZB (Dw/Ovz; Hrh; Odl; Kn); SchD (Bns). Zie: mestduve, panneschijter.