Woordenboek supplement

Zoek in het woordenboek

Woordenboek(en)

Term Betekenis
siepele

motregenen, GOfl (Dl; Mdh). Vgl.: smoddere(n) (etc.).

synoniem(en) - siepelen
siepeljant

lett. suppliant (smekeling), doch ongunstig gebr., in de uitdr.: 'n raore, a(o)rige siepeljant: een rare snuiter: ZB; NB (Ks; Wsk); T; Phi; SchD; LvA (Ax; Nz); Ofl (Dl). Vgl. sie­ peljant, WZD 864b in de het. van lage, gemene kerel. de vorm sjiefejant geg. d. Rll; Wde; Col; Dsr; Anl. Siepermers­ jant geg. d. Bzl. Ier geeft siemelant, Kam kent sieperjanus en Smd geeft sjiebelaer.

siepje

'n rechthoekig hengselmandje, speciaal gebruikt voor aardbeien,  ZB, in de uitdr.: Geef mae 'n siepje aerebe­ zems.Hrh. Zie: sipje.

siepken

kuiken, LvH. Vgl.: joekers; tjoeke(n); tiek; tiet; kieken.