zie sjoeg! WZD 868, in de uitdr.: sjoeke! 't is katievig zander doek: bm! 't is koud zonder omslagdoek: ZVW;LvA.
mond, in de uitdr.: zijnen slabamus tussen slaogen: zich met iets bemoeien: ZVO-zd (Kw). Vgl.: snubbe; snippe; kreuzeneus; mond; snipschaer tje; snipschuttel.
slobberen (van kleding), T (Ovm). Zie.: slabokkeren (etc.). Vgl.: slabbe(n).
slobberen; te ruim zitten (van kleding), ZVW (Sls). Vgl.: slabberen.