Term | Betekenis |
---|---|
smieksen |
met smaak zitten te eten, LvA. |
smiksmul |
ratjetoe, in de uitdr.: wà's dà voe smiksmul ?: gezegd bij het zien van een onbekend kostje: geg dr. Ier; Kpl; Ovz. Kn: smiksmul is een spijs of mengsel (bijv. huzarenslaatje) aan de eter onbekend; het kan mee- of tegen vallen. In het eerste geval: dà's lekkere smiksmul, geef me nog mè wat: in het tweede:. die raore smiksmul lus ik nie. Zie: smiksmullen; smul. |
smiksmulle |
met smaak iets (onbe kends) eten, smullen van iets, in de uitdr.: ier è'k wat, dè zàjje van smiksmulle;: hier heb ik wat, waar je van zult smullen: W (Vwp); ZB ( Hh; Gs; Kpl; Kwd; Lwd: met lange tanden eten (nadat het vreemde kostje wantrouwig is bekeken). Vgl.: smul; smiksmul. |
smitte |
een lijn trekken met een slaglijn (smitlie:ne) op een boomstam, ZB. Als een boom in planken gezaagd moet worden, dan wordt een touw met kleurstof ingesmeerd, en langs de op de zaagstelling liggende boomstam ge spannen. Door het touw op te trekken en plotsling los te laten, wordt er dan een kaarsrechte ( krijt) streep/lijn op de boomstam getrokken, waarlangs gezaagd kan worden. |