foetere |
- doordrammen, aandringen (bijvoor beeld dat iemand moet opschieten), mopperen geg. d. Ier. Foetert toch nie zà; je zie toch a'k besten doen om op tied te zien voe de verjaerienge van tante Marjan: Zie: vetere(n).
- lang achtereen hardlopen, geg. d. W (Vwp).
- in de uitdr.: zitten te foeteren: zitten te prutsen: ZVO-zd (Kw). : veuge len; keutelen; karaten; akkefieken; munneken; zachelen.
synoniem(en):
foeteren
|