sierraed, sierroad |
- in de : 't is gin sieraed và me( 'n): ik hou er niet van (van die kleur, van dat eten): ZB; NB (Ks); T (Anl; Svn; Tln); SchD (Zn).
- in de uitdr.: dien fiets van Wannes is ook gêên sierraod: is oud en verroest, versleten, ZVW. Ook: die fiets is gêên reclaome, sies
- in de uitdr.: van zijne sies zijn: bewusteloos zijn: ZVO-zd (Hkt). NB (Col; Kg; Ks; Wsk); SchD (Bns); T Ovm); GOfl (Dl). : wezen; petutter; betutter; senter.
- in de uitdr.: 't !opt (loopt) as 'n sies: het loopt gesmeerd: W (Kod; Njoos; Ok; Osb; Srk); ZB; NB (Col; Kg; Ks; T Ovm); Wsk); SchD (Bns); ZVW (Ijzd); LvA (Nz:soms); LvH; GOfl (Dl). Vgl.: klets.
|